Voor wie?
Cliënten met (beginnende) fasciitis plantaris, hielspoor. Ook bij vermoeide voeten door langdurig lopen of standsafwijking.
Doel:
Zacht rollen onder de voetboog ontspant de bindweefselstructuur onder de voet (fascia), stimuleert de voetspierreflex en vermindert triggerpoint-irritatie. Dit versterkt effect van mobilisatie(manuele podotherapie) en steunzolen.
Protocol:
Begin zittend, blote voet op tennisbal
Rol de voet langzaam heen en weer, 1 minuut per voet → Week 1.
Vanaf week 2: 2× per dag, max 2 minuten per voet.
Geen scherpe pijngrens passeren; alleen subtiele druk.
Waarom deze oefening?
-Verhoogt de controle over de het looppatroon
-Versterkt enkelbalans, voorkomt instabiliteit en overpronatie.
-Ondersteunt het draagvlak van podotherapeutische zolen.
Protocol:
-Ga rechtop staan met één voet op een opstapje of vlakke vloer, houd de hand op een muur of stoel ter stabiliteit.
-Duw gecontroleerd op één voet omhoog tot op de tenen.
-Laat langzaam zakken (minstens 2 sec)—dit is het excentrische deel van de oefening.
Frequente opbouw:
Week 1: 2 sets × 10 herhalingen per been, eenmaal per week.
Week 2‑3: 2–3× per week, 3 sets × 10.
Week 4+ (bij voldoende beweeglijkheid): voer de oefening ook op één been uit, langzamer tempo.
Voor wie?
Cliënten met lage rugklachten, stijfheid in onderrug, pijn na langdurig staan of zitten.
Doel: Met deze 10-minutenserie makkelijker draaien, buigen en bewegen van de onderrug
Protocol:
-Doe de volledige follow-along met ademgestuurde mobiliteitsoefeningen.
-Begin dagelijks of om de dag, 1e week.
-Na 2 weken: 3× per week volle inzet.
Voor wie?
Bij beperkte enkelmobiliteit en andere bewegingsbeperkingen en balans
Doel:
Vergroot gewrichtsbeweeglijkheid via gecontroleerde mobilisatietechnieken (enkelcirkel, dorsiflexie(het naar je toe halen van de voet), mobilisatie met weerstand) om natuurlijke afwikkeling te ondersteunen.
Protocol:
-Oefeningen als bandmobilisatie, cirkelbewegingen, hiel- en teenlopen.
-Start met 10 herhalingen per beweging → opbouw naar 2× per dag.
Voor wie?
Mensen met knieklachten, runners’ knee of overbelasting knie.
Doel:
Versterking van de quadriceps, gluteus medius en adductoren(bovenbeenspieren) om kniebewegingen te stabiliseren, kniepijn te verminderen en de impact vanuit voeten beter op te vangen.
Protocol:
-Basis: squats, lunges, step-ups, clamshells → 3× per week.
-Start laag: 8–10 herhalingen per set → opbouw naar 3–4 sets.
-Voeg weerstand toe via mini-band: houd bekken en knieën correct uitgelijnd.
Voor wie? Bij klachten aan de scheenbenen (shin splints), beginnende of acute irritatie van het voorste scheenbeenspiergebied.
Werkt zodat: je de spanningsband rond scheenbeenvlies en tibialis anterior(voorste scheenbeenspier) effectief ontspant, begeleid door versterkende oefeningen.
Protocol: 3× per week, start met 5 herhalingen per been, zes weken opbouwen naar 2×/dag.
Voor wie? Bij zwakke enkelstabiliteit, standafwijkingen aan de buitenkant van de enkel (peroneusgroep).
Doel: versterkt de buitenste voetstabilisatoren
Protocol: theraband-omkering 3×10 per zijde, 3× per week. Bouw langzaam op; gebruik enkel zonder pijn.
Voor wie? Bij zwakte of verkramping van de tibialis anterior(voorste scheenbeenspier), milde meniscusklacht of startklachten in het scheenbeen.
Doel: activeert spieren (voorzijde scheenbeen), verbetert looppatroon, voorkomt overbelasting van fascia plantaris(peesplaat) en het scheenbeen.
Protocol: 2×/dag × 10 herhalingen per been, geleidelijk tensie in de spier opbouwen met klein gewicht of theraband.
Voor wie? Bij klachten aan de binnenenkel (pttd; posterior tibial tendon dysfunction) of bij het naar binnen zakken van de voet en enkel.
Werkt zodat: de tibialis posterior(achterste scheenbeenspier) wordt versterkt — deze muscle is cruciaal om overpronatie(naar binnen zakken van de voet en enkel) tegen te gaan en de voetboog te ondersteunen.
Protocol: 3×10 per been, start zonder weerstand; vanaf week 2 uitbreiden met weerstandsband of enkelgewicht.